Spring naar content

Het belang van experimenteren in lokale proeftuinen  

‘Een veilige manier om te beginnen met samenwerken’

7 maart 2023

In de lokale proeftuinen van Agora en Movisie is de fase van het samen uitvoeren van experimenten een belangrijk en essentieel onderdeel voor een blijvend resultaat. Zodat op lokaal niveau de integrale samenwerking duurzaam tot stand komt tussen professionals en vrijwilligers in de zorg, het sociaal domein en welzijn, ten behoeve van inwoners in de palliatieve levensfase en hun naasten. 

Samen experimenten ontwikkelen en uitvoeren, is de vervolgstap op het gezamenlijk formuleren van doelstellingen voor de lokale proeftuin, door alle betrokken deelnemers. De vraag: Wat willen we met zijn allen bereiken?, krijgt binnen de deze experimenten een eerste invulling. Vervolgens krijgt de onderlinge samenwerking concreet vorm. 

Veilig 

Belangrijk bij een experiment is het besef dat het niet per se hoeft te slagen, aldus Carolien Neefjes, projectleider van de proeftuinen bij Agora. ‘Een briljante mislukking kan ook waardevol en leerzaam zijn.’ Carolien begeleidt de proeftuin in Maarssen, die midden in de fase van de experimenten zit. Dat doet ze samen met Carole Groenescheij van Movisie. ‘De essentie van de experimenten is dat je op een veilige manier begint met samenwerken, met voor jou nieuwe mensen en organisaties en dat je elkaar beter leert kennen. Dat je leert wat de ander doet, van elkaar leert en ontdekt hoe je het slimmer en beter samen kunt doen.’  

‘Een briljante mislukking is ook waardevol’ 

Ladder van samenwerking

Voordat de deelnemers aan de slag gaan met de experimenten, hebben ze in werkbijeenkomsten kennis gemaakt met elkaar en met ieders expertise, bijvoorbeeld door samen casussen te bespreken. ‘We gebruiken de ladder van samenwerking om te illustreren hoe samenwerking vorm krijgt en wat er nodig is om tot een goede samenwerking te komen met nieuwe en nog onbekende personen en organisaties.’ 

De ladder van samenwerken geeft inzicht in het proces van samenwerken

Vanuit gezamenlijk opgestelde doelstellingen bedenken de deelnemers mogelijke experimenten. Maarssen heeft als doelstelling dat inwoners passende palliatieve zorg en ondersteuning krijgen door oog te hebben voor de vier dimensies en tijdig welzijn en zorg te betrekken. Met de aanvulling: ‘We doen dit doordat wij elkaar weten te vinden, trots zijn op wat er al goed gaat en elkaar vertrouwen. We denken out of the box en hebben aandacht voor naasten’.  

Ambitieus 

Bij het bedenken van experimenten zijn de deelnemers vaak enthousiast, maar ook ambitieus. ‘We gaan een inloophuis starten!’, of ‘We gaan structureel elke maand samen casussen bespreken!’. Het is belangrijk om die grote ambities kleiner te maken of met een stukje van zo’n grote ambitie aan de slag te gaan, weten Carolien en Carole. ‘We begeleiden de groepen daarom goed bij het uiteindelijk formuleren van hun experimenten. We kijken met hen naar de haalbaarheid van hun plan, naar wat het vraagt aan investeringen in menskracht, tijd en geld, of medewerking van bijvoorbeeld een gemeente. Maar we stellen ook de vraag: wat is nou écht nodig? Is er behoefte aan een inloophuis of is het voldoende dat binnen bestaande voorzieningen themabijeenkomsten kunnen worden gehouden, of dat daar vaste contactmomenten mogelijk zijn? En zijn casusbesprekingen zinvol, bovenop wat veel professionals al doen op dit vlak? Is het wellicht beter om eerst te inventariseren wat er al gedaan wordt binnen de gemeente? Dat samen onderzoeken is al een experiment op zich.’ 

Deelnemers van de proeftuin Maarssen aan de slag met het bedenken van mooie experimenten, onder begeleiding van Carolien Neefjes en Carole Groenescheij.

Ervaringsdeskundigen 

‘Om goed aan te sluiten bij de behoeften van de mensen waar we het voor doen, de inwoners in de palliatieve levensfase en hun naasten, nemen we binnen de proeftuinen zoveel mogelijk de visie en inbreng van lokale ervaringsdeskundigen mee. Waar mogelijk zijn zij aanwezig bij werkbijeenkomsten, stellen vragen of bieden vanuit hun ervaring nieuwe inzichten of uitdagingen.’ 

Sociale kaart

De proeftuinen sluiten zoveel mogelijk aan bij wat er binnen een wijk of gemeente al bestaat aan voorzieningen of samenwerkingsverbanden. Carolien: ‘Het is niet de bedoeling dat wij iets nieuws opzetten. We beginnen daarom altijd met de sociale kaart en een overzicht van bestaande initiatieven. Dat is soms verrassend veel.’ Net zo verrassend vindt ze het dat binnen een wijk of gemeente veel partijen elkaar niet kennen. Dat ze niet van elkaar weten wat ze doen of wat ze kunnen betekenen op het vlak van zorg en ondersteuning voor bewoners in de palliatieve fase en hun naasten. 

‘Het aantal bestaande initiatieven
is soms verrassend veel’

Onbekend maakt onbemind, is zeker ook hier van toepassing, hebben Agora en Movisie inmiddels geleerd vanuit proeftuinen in Maarssen, Roermond, Oude IJsselstreek en Huis aan het Water.  
De proeftuinen blijken een goede manier om lokale professionals en vrijwilligers in zorg, het sociaal domein en welzijn met elkaar in contact te brengen en te laten samenwerken. ‘We zien vaak al na de eerste werkbijeenkomst dat men elkaar weet te vinden voor een specifieke casus of voor bepaalde vragen. En dat is precies wat we willen: dat er lokaal een beweging op gang komt van samenwerken en kennis delen, om de zorg en ondersteuning thuis voor mensen in de laatste levensfase te verbeteren. Een beweging waarvan iedereen de blijvende waarde inziet, zodat deze blijft bestaan, ook als de proeftuin als ‘project’ formeel is afgerond.’ 

Meer weten over proeftuinen


Delen:

Actuele nieuwsberichten

De impact van de diagnose Parkinson, net als vele andere ongeneeslijke ziektes of aandoeningen, heeft niet alleen invloed op het leven van deze persoon, maar ook op het leven van zijn of haar naasten. ‘Je krijgt de diagnose samen.’ Lees het hele verslag van de webinar ‘Oog voor naasten’.
In onze samenleving is steeds meer aandacht voor vragen over het leven: zingevingsvragen. Na de ontzuiling is het antwoord hierop moeilijk te vinden. Daarom is er sinds 2018, vanuit de overheid, de subsidieregeling Geestelijke Verzorging in de thuissituatie. Wat is de stand van zaken? Welk gereedschap is er om bekendheid aan Geestelijke Verzorging Thuis te geven?
Hoe vanzelfsprekend de gedachte ook is dat ieder mens een holistisch wezen is, in de dagelijkse praktijkis onze ingebouwde reparatiereflex vaak leidend: we zoeken direct naar een antwoord op een vraag of naar een oplossing voor een probleem. Maar wat als we in dat korte moment van persoonlijk contact het lef (of het besef) hebben om ons te richten op wat er écht toe doet?