Spring naar content

Proeftuinen: lokaal zaaien en oogsten

27 oktober 2021

Waar hebben mensen thuis behoefte aan als ze ongeneeslijk ziek zijn of kwetsbaar en op leeftijd? En hoe kunnen professionals elkaar beter vinden in de ondersteuning? Om die vragen te beantwoorden organiseert Agora Proeftuinen. Proeftuinen zijn een aantrekkelijk middel om te inventariseren wat nu echt waardevol is. Bij Agora denken we daarbij niet vanuit systemen, maar kijken we vanuit mensen.

Léven tot het einde mogelijk maken. Dat is de missie van Agora. Wij willen dat mensen met een ongeneeslijke ziekte en hun naasten hun leven kunnen inrichten op een manier die past bij hun wensen en waarden. We streven naar integrale aandacht in de zorg én het sociaal domein voor vier dimensies: fysiek, sociaal, psychisch en zingeving. Dit noemen wij de palliatieve benadering.

Goede lokale samenwerking

Om dit te bereiken ondersteunen we goede lokale samenwerking rondom mensen in de laatste levensfase. Dit doen we onder andere door het organiseren van Proeftuinen en verhalen we over  wat die samenwerking oplevert voor alle betrokkenen, met name voor de mensen in de palliatieve fase.

Proeftuin Oude IJsselstreek

Over de eerste proeftuin, in de Oude IJsselstreek, verscheen dit mooie Proeftuinboekje waarin de betrokken professionals vertellen over wat de samenwerking hen oplevert.

Voorbereiding Huis aan het Water

Huis aan het Water en Agora willen samen in de regio Waterland onderzoeken of samenwerken tussen organisaties binnen het sociaal domein en het zorgdomein tot betere ondersteuning van mensen in de laatste levensfase en hun naasten leidt. Daarvoor willen wij graag inzicht krijgen in de vraagstukken en problemen waar mensen die ongeneeslijk ziek zijn en hun naasten mee te maken (kunnen) krijgen. Tijdens deze bijeenkomsten willen wij met dat inzicht onderzoeken hoe het anders en beter kan. Lees hier meer over Agora’s visie op Succesvol samenwerken.

Actuele uitdagingen in de palliatieve ondersteuning

De palliatieve ondersteuning staat de komende jaren voor grote uitdagingen, zoals:
● Groot deel van de mensen wil thuis sterven (68%), terwijl dit maar bij 35% van de mensen lukt.
● Toenemende vraag naar palliatieve zorg
● Minder zorgverleners, mantelzorgers en vrijwilligers door vergrijzing.
● Nieuwe rol en taken van zorgverleners, omdat patiënten en hun omgeving steeds meer meebeslissen en eigen regie nemen.
● Meer aandacht voor psychosociale en geestelijke verzorging, rouw en nazorg. Hiervoor is meer adequate informatie nodig. Hierbij zullen we rekening moeten houden met kwetsbare groepen die benodigde kennis, gezondheidsvaardigheden en het benodigde netwerk missen.
● Mensen blijven langer thuis wonen door overheidsbeleid en technologische ontwikkelingen. Dit vraagt ook meer steun van sociaal netwerk, behoefte aan nieuwe en aangepaste vormen van wonen en het langer thuis wonen verstevigt de wens om thuis te sterven. Hierdoor zullen ook meer mensen sterven in eenzaamheid.
● Voor het werken in de palliatieve zorg gaat er veel veranderen, waarbij er meer druk komt op de organisatie van palliatieve zorg, vooral in de thuissituatie, en er wordt een groter beroep gedaan op de informele zorg. Hierdoor zullen de grenzen tussen formele en informele zorg vervagen, de kans op overbelasting van mantelzorgers en vrijwilligers neemt verder toe en we gaan meer en meer naar betalende diensten als alternatief voor informele zorg.

Bron: Trendanalyse Palliatieve Zorg 2020 Trendanalyse Palliatieve Zorg (rapport).


De palliatieve benadering bekeken als moestuin: wat is ervoor nodig om te groeien?

Delen:

Actuele nieuwsberichten

In onze samenleving is steeds meer aandacht voor vragen over het leven: zingevingsvragen. Na de ontzuiling is het antwoord hierop moeilijk te vinden. Daarom is er sinds 2018, vanuit de overheid, de subsidieregeling Geestelijke Verzorging in de thuissituatie. Wat is de stand van zaken? Welk gereedschap is er om bekendheid aan Geestelijke Verzorging Thuis te geven?
Hoe vanzelfsprekend de gedachte ook is dat ieder mens een holistisch wezen is, in de dagelijkse praktijkis onze ingebouwde reparatiereflex vaak leidend: we zoeken direct naar een antwoord op een vraag of naar een oplossing voor een probleem. Maar wat als we in dat korte moment van persoonlijk contact het lef (of het besef) hebben om ons te richten op wat er écht toe doet?
Huisarts en universitair docent Pieter Barnhoorn heeft steeds meer moeite met het woord diagnose. ‘Verhalen verdwijnen waar diagnoses verschijnen’ meent hij. Lees zijn hele column, dat hij schreef in aanloop naar zijn plenaire lezing en deelsessie op het symposium Zingeving in de spreekkamer, op 16 april.