Spring naar content

Adviseur sociaal domein Ron Mestrom over systemen en samenwerken

6 oktober 2021

Ron Mestrom is adviseur sociaal domein in gemeente Oude IJsselstreek. Hij deed recent mee aan een Proeftuin van Agora in zijn gemeente die gericht is op samenwerking met andere professionals in de regio. Hij vertelt over zijn inzichten en de ervaringen die hij opdeed. ‘Het systeem heeft niet overal de schuld van’.

Ron Mestrom © Agora

Wat waren voor jou de belangrijkste drijfveren om mee te doen?

‘Inwoners in de palliatieve fase beter helpen, aansluitend op hun sociale omgeving. Zeker nu mensen steeds ouder worden en langer leven met ongeneeslijke, chronische ziekten. Dat vraagt om betere, meer integrale samenwerking. In de hele keten. Tussen zorg en welzijn, tussen het formele én informele netwerk. Al langer gaan we ervanuit dat inwoners zo veel mogelijk zelf willen kunnen, waardoor de druk op de eerste- en tweedelijns zorg afneemt. De Proeftuin sluit hier goed op aan. Vragen die mij ook zeker bezighouden: geven we het systeem terecht de schuld als er dingen misgaan? En hoe kunnen we de investeringen en de opbrengsten eerlijker samen verdelen? We zien vooral dat gemeenten investeren, bijvoorbeeld in mantelzorg, en de zorgverzekeraar daarvan de vruchten plukt. Dat willen we meer in balans krijgen.’

Met wie had je zonder de Proeftuin niet snel samengewerkt?

‘Met wijkverpleegkundigen. Interessant om te horen hoe zij werken. Eerlijk gezegd, ik schrok ook wel een beetje, want ze doen heel veel. Niet alles is zorg, vaak kan ook welzijn helpen – zeker gezien het schreeuwende tekort aan wijkverpleegkundigen. Ook krijgen ze van de zorgverzekeraar aardig wat vrijheid voor de indicatiestelling. En dat is goed, voor professionals, patiënt en naasten.’

Het systeem heeft niet overal de schuld van

Wat was voor jou de grootste eyeopener?

‘Dat we niet altijd het systeem de schuld kunnen geven. Anders organiseren, daar bereik je al veel mee. Dat wordt duidelijk als professionals zich ineens over dezelfde casus buigen. Van een van de eerste praktijkvoorbeelden hadden we allemaal buikpijn. Een ongeneeslijke zieke inwoner, verzorgd door zijn partner en hun kind.
Beiden waren overbelast, wat gevolgen had voor hun werk en studie. Dan komen de vragen. Hielp het PGB wel echt? Wanneer was het moment voor een indicatie voor een verpleeghuis? Had een mantelzorgsteunpunt kunnen helpen? Als je niet meer lángs elkaar heen, maar sámen werkt ben je dit soort schrijnende situaties twee stappen vóór. Je bent continu op de hoogte, kunt de onmacht eerder adresseren en inwoners betere keuzes laten maken. Niet harder werken, maar slimmer. En dat maakt ook de zorg beter en goedkoper, door de hele keten heen.’

Noem eens een leerpunt?

‘Dat we inwoners ook moeten helpen om hun betekenisvolle naasten in te zetten. Een buurvrouw, een voetbalmaatje. Maar hulp vragen, ja, dat is vaak moeilijk. Toch kan een klein gebaar al helpen om de mantelzorg vol te houden. Dat er regelmatig voor je gekookt wordt, bijvoorbeeld. Aan ons als professionals om iedereen goed, structureel én op tijd te informeren over wie wat voor elkaar kan betekenen. Dat geldt trouwens ook voor de professionals zelf. Dankzij de Proeftuin ken je elkaars meerwaarde beter.’

Welke praktijkvoorbeelden heb je daarvan?

‘De huisarts die een geestelijk verzorger inschakelt. De maatschappelijke werker die de zwaardere gesprekken voert met de patiënt; nog vaak doet de wijkverpleegkundige dit alleen en ‘er nog even bij’. De welzijnswerker die de mantelzorger uitnodigt voor een inloopspreekuur, waar diegene onder het genot van een bakje koffie z’n verhaal kwijt kan bij een zorgvrijwilliger. Dan doen de juiste mensen de juiste dingen op het juiste moment.’

Wat heb je echt dankzij de Proeftuin bereikt?

‘Dat er nu structurele samenwerking is tussen alle betrokken zorg- en welzijnsprofessionals. Ze willen namelijk zelf doorgaan met het zesweekse overleg, daar zijn we heel blij mee. Bovendien gaf de Proeftuin een eerder opgestart project, ‘Ontschot, Beter Thuis’, een boost. Samen met twee thuiszorgorganisaties en de zorgverzekeraar
onderzoeken we wat er nu echt nodig is – zonder dat wetten of financieringsstromen leidend zijn. Dat wil zeggen: eerst de zorg goed regelen, dan pas kijken bij wie de rekening komt. Zo verdelen we de baten en lasten eerlijker en worden systemen nooit het probleem van inwoners.’

Zó start je een vruchtbare Proeftuin

Rons tips voor adviseurs in het sociaal domein

‘Zorg meteen voor bestuurlijk draagvlak. In ons geval kwam het initiatief vanuit Agora, directeur Clémence Ross is toevallig een oudinwoner van Oude IJsselstreek. De band is warm, maar Agora’s insteek sloot ook perfect op ons beleid aan. We konden dus snel van start.’

‘Schakel ook een aanjager in. Bij ons faciliteerde Agora de overleggen en bracht iedereen bij elkaar. Dat geeft comfort, het project kostte mij op jaarbasis slechts 25 uur. Dat is natuurlijk niets als je ziet wat de Proeftuin ons opgeleverd heeft.

Meer weten over de proeftuinen?

Samen met Movisie start Agora in 2022 lokale proeftuinen om de samenwerking van professionals uit de zorg en het sociaal domein te verbeteren. 

• Alle informatie vind je op onze proeftuinen-pagina’s.
• Download het boekje ‘10 ingrediënten voor een succesvolle proeftuin’, met de ervaringen uit de gemeente Oude-IJsselstreek.
• Meer over samenwerken in lokale projecten

Doe mee!
Ben jij geïnspireerd geraakt en wil je ook een proeftuin opstarten? Neem contact op via info@agora.nl.


Download en lees

De palliatieve benadering bekeken als moestuin: wat is ervoor nodig om te groeien?

Delen:

Ook interessant

Sociaal domein
Zingeving
Film over wat een Centrum voor Levensvragen doet en de rol van geestelijk verzorgers hierbij.
Onze tools en producten hebben we samengebracht in de handzame brochure ‘De sociale benadering palliatieve ondersteuning en zorg – Tools en producten voor kennis en bewustwording’. Deze dragen allemaal bij aan kennis en bewustwording over de sociale benadering van palliatieve zorg en aan zingeving in de palliatieve fase.
Onvoorspelbare variaties rond sterven en verlies zouden meer aandacht moeten krijgen, stelt adviseur ethiek Laura Hartman.