Spring naar content

Professionalisering van zingevingspraktijken in het sociaal domein

1 mei 2025

Sociaal werkers signaleren en ondersteunen cliënten en bewoners met zingevingsvragen, al is er geregeld sprake van handelingsverlegenheid. Geestelijk verzorgers kunnen de professionalisering van sociaal werkers in dit opzicht versterken door met hen samen te werken. Op grond van de uitkomsten van de kennissynthese Zonder zin geen welzijn schetst Rinske Boomstra, beleidsadviseur bij Agora, hoe dit gerealiseerd kan worden.

Dit artikel verscheen in maart 2025 in het Tijdschrift Geestelijke Verzorging.
In december 2024 verscheen naar aanleiding van de kennissynthese in Zorg + Welzijn Magazine al het artikel Zonder zin geen welzijn , over het integreren van aandacht voor zingeving in het sociaal domein en de onderwijsmodule die daaruit is voortgekomen.

In onze tijd, gekenmerkt door polarisatie, komen bij veel mensen zingevingsvragen aan de oppervlakte, zo blijkt ook uit het eerste representatieve onderzoek naar zingeving onder de Nederlandse bevolking, waarin wordt geconcludeerd dat ‘de meeste Nederlanders zoeken naar zingeving’ (Trouw, 16 november 2024). Opvallend is daarin ook de constatering dat er een grote diversiteit aan typen zinzoekers is (rationele, spirituele, artistieke, praktische, emotionele en morele), die ieder op hun eigen wijze op zoek zijn naar zin in het verlengde van een diversiteit aan zingevingsbehoeften. Zo hebben we allemaal behoefte om ons te verbinden met een waardevol doel, om het eigen leven en handelen te zien als goed, inclusief de behoefte om van betekenis te zijn voor anderen (de samenleving). Ook heeft iedereen behoefte aan positieve zelfwaardering en erkenning (eigenwaarde) en aan zeggenschap en effectief handelen (competentie). Daarnaast omvat zingeving de behoefte om gebeurtenissen in het leven te kunnen verklaren, ordenen en samenhang te ervaren. En het gaat om de behoefte aan verbondenheid met anderen, het deel uit maken van een groter geheel (transcendentie) en om de behoefte aan verrassende, interessante momenten (verwondering) in het leven (Derkx, 2015).

Om aan deze zingevingsbehoeften te voldoen, hebben mensen lang niet altijd ondersteuning nodig. Mensen putten veelal uit eigen zingevingsbronnen, zoals kunst, literatuur, natuur en levensbeschouwing. Professionele ondersteuning bij zingeving door sociaal werkers komt in het vizier bij ingrijpende gebeurtenissen in sociaal-maatschappelijke contexten, omdat door ingrijpende gebeurtenissen en daarmee samenhangende ‘opeenvolgende problematiek’ (Agora, 2024) al dan niet onbewust zingevingsbehoeften in het gedrang komen en mensen niet (langer) mogelijkheden zien om deze behoeften te vervullen.

Juist bij deze problematiek kan de expertise van de geestelijk verzorger als zingevingsexpert van meerwaarde zijn. Aandacht voor zingeving en zingevingsbehoeften kan de kwaliteit van leven van mensen verhogen (Koslander, 2009; Bussing & Koening, 2010; Ryff, 2018; Jacobs, 2020). Als zingevingsbehoeften niet worden opgepakt, kan zich dit namelijk vertalen in (verergering of niet verbetering van) emotionele en fysieke symptomen (Grant, 2005). Vooralsnog kunnen geestelijk verzorgers deze doelgroep van mensen in complexe thuissituaties echter moeilijk bereiken, aldus de Kennisagenda geestelijke verzorging thuis (2022). Daarom is het belangrijk voor geestelijk verzorgers om de samenwerking met sociaal werkers op te zoeken, om in afstemming met elkaar de zingevingsondersteuning samen vorm te geven. Geestelijk verzorgers kunnen professionele ondersteuning bieden als de sociaal werker signaleert dat er meer nodig is dan dat hij of zij zelf kan bieden in de begeleiding van bewoners. De ervaring in onze projectgroep1 , en die lijkt breed gedeeld, is dat geestelijk verzorgers en sociaal werkers elkaar onvoldoende vinden.

Dit artikel laat aan de hand van state-of-the-artkennis uit de kennissynthese Zonder zin geen welzijn, uitgevoerd als onderdeel van de Kenniswerkplaats Zingeving en Geestelijke Verzorging in 2022-2024, zien dat zowel cliënten die begeleid worden door sociaal werkers als de sociaal werkers zelf een ondersteuningsbehoefte hebben op het gebied van zingeving. Op grond van deze kennis kan professionalisering van zingevingspraktijken in het sociaal domein vorm en inhoud krijgen. Het gebruik van de uitkomsten van deze kennissynthese sluit aan bij de grote openheid die de laatste tijd is ontstaan binnen de beroepsgroep van geestelijk verzorgers voor (effect)onderzoek en kennisgedreven werken (Kennisagenda GV thuis, 2022).

Achtereenvolgens besteed ik in dit artikel aandacht aan de methodiek voor het maken van een kennissynthese, de voor geestelijk verzorgers belangrijkste bevindingen uit de kennissynthese Zonder zin geen welzijn en de kaartenset Blik op zin2 die op basis van de kennissynthese ontwikkeld is. Het artikel sluit af met een samenvatting van de kansen voor geestelijk verzorgers om substantieel bij te dragen aan de professionalisering van zingevingspraktijken in het sociaal domein.

Een kennissynthese beoogt op transparante en methodische wijze overzicht te krijgen van bestaande kennis in (wetenschappelijke) literatuur en de praktijk van een bepaald onderwerp. De kennissynthese Zonder zin geen welzijn beschrijft de beschikbare kennis over aandacht voor zingeving door professionals in sociaal werk met zelfstandig wonende wijkbewoners van vijftig jaar en ouder. De kennissynthese bestond uit literatuuronderzoek, praktijkonderzoek en geïnventariseerde goede praktijken die op elkaar zijn betrokken en op basis waarvan conclusies zijn getrokken. Het ging hierbij om de hoofdvraag:

  • Welke breed gedragen inzichten, oplossingen, conclusies en aanbevelingen uit wetenschap, onderzoek en praktijk leveren een bijdrage aan het versterken van zorg voor zingeving in het sociaal domein?

Om richting te geven aan de professionalisering van zingevingspraktijken in het sociaal domein stonden in het literatuur- en kwalitatief behoeftenonderzoek de volgende subvragen centraal:

  • Welke zingevingsbehoeften hebben 50-pluswijkbewoners en wat zijn bronnen en manieren van zingeving voor hen?
  • Welke ondersteuningsbehoeften op het gebied van zingeving hebben 50-pluswijkbewoners ten aanzien van sociaal werkers of anderen, en wat zijn hun verwachtingen en hun ervaringen daarmee?
  • Wat is de zinervaring van sociaal werkers in hun werk en wat is de rol daarvan in de zorg voor zingeving bij cliënten?
  • Welke ondersteuningsbehoeften op het gebied van zingeving hebben sociaal werkers?

Op basis van twintig interviews met bewoners en twintig interviews met sociaal werkers werkzaam in de wijk, die thematisch zijn geanalyseerd, is een beeld gevormd van de zingevings- en ondersteuningsbehoeften. Preciezer gezegd: de interviews zijn verbatim getranscribeerd en met behulp van ATLAS.ti thematisch geanalyseerd. De data-analyse voor de vragen 1 en 3 van de interviews vond plaats op grond van de acht zingevingsbehoeften die uit verschillende bronnen zijn samengebracht (Derkx, 2015) en een aanvullende open codering op zorgbehoeften van cliënten en ondersteuningsbehoeften van professionals. Dit beeld is aangevuld met kennis uit de literatuur, die werd geselecteerd door middel van een ‘scoping review’ met de volgende inclusiecriteria: a) 2010 tot heden, b) wetenschappelijke peer-reviewed artikelen, en c) soorten publicaties (empirische studies, casestudy’s, kwalitatieve studies, kwantitatieve studies, mixed-methods studies, systematische reviews, integratieve reviews, scoping reviews en meta-analyses). Op basis van de uitkomsten van de interviews en literatuur is een vragenlijst ontwikkeld; deze werd ingevuld door 50 wijkbewoners en 51 sociaal werkers.

De goede praktijken zijn geïnventariseerd op grond van interviews met sleutelinformanten en deskresearch met betrekking tot ‘grijze’ en vakliteratuur. Op de volgende websites is gezocht naar goede praktijken wat betreft zingeving in het sociaal domein: HBO-kennisbank.nl, Movisie databank effectieve sociale interventies, Beteroud.nl, Zorgvoorbeter.nl, Palliaweb.nl en Agora.nl. Om goede praktijken te selecteren zijn in samenwerking met een expertgroep, de volgende selectiecriteria voor goed onderbouwde zingevingspraktijken in het sociaal domein ontwikkeld. De selectiecriteria zijn ingedeeld op het gebied van de inhoud, het resultaat en de implementatie van goede prakijken.

Op basis van deze selectiecriteria zijn twintig goede praktijken geselecteerd en beschreven. (zie Zonder zin geen welzijn, hfst. 4).

De uitkomsten van Zonder zin geen welzijn en de mogelijke toepassing van deze kennis door geestelijk verzorgers zijn beschreven aan de hand van a) zingevingsbehoeften van 50-pluswijkbewoners, b) ondersteuningsbehoefte hierbij van 50-pluswijkbewoners, c) zingevingsondersteuning door sociaal werkers, d) ondersteuningsbehoeften van sociaal werkers, e) inventarisatie en implementatie goede zingevingspraktijken, en f) vervolgimplementatie.

Zingevingsbehoeften van 50-pluswijkbewoners

In het behoeftenonderzoek merken zowel (50-plus)wijkbewoners als sociaal werkers op aandacht voor zingevingsbehoeften en -vragen belangrijk te vinden: ‘Zingeving is een deel van het leven, een gegeven. Het zit door alles heen. Sociaal werkers moeten daar een antenne voor hebben’ (cliënt). De zingevingsvragen in het sociaal domein en behoeften aan ondersteuning hierbij zijn veelal verbonden aan sociale vraagstukken als armoede, schulden, eenzaamheid, verlies en mentale weerbaarheid. Van betekenis willen zijn en zingevingsbehoeften als ‘morele rechtvaardigheid’, ‘meedoen’ en ‘ertoe doen’ komen bij deze problematiek snel in het gedrang. De geïnterviewde (50-plus)wijkbewoners vinden het dan ook belangrijk dat de sociaal werker doorvraagt bij onbestemde gevoelens en hen als het ware taal geeft aan wat hen, ook op zingevingsniveau, bezighoudt.

Een zestigjarige vrouw is slachtoffer van de toeslagenaffaire. Zij heeft geregeld hartaanvallen en longontstekingen, daarnaast speelt eenzaamheid een rol. De toeslagenaffaire heeft tot bestaansonzekerheid geleid. Haar gedrag wordt bepaald door pogingen deze situatie te overleven. Bij mevrouw dreigt opeenvolgende sociale problematiek die aanleiding geeft tot zingevingsvragen als: ‘Waarom overkomt mij dit? Hoe moet het nu verder? Hoe kan ik nog een goede moeder zijn? Hoe houd ik deze situatie uit?’ Ondersteuning is niet alleen gericht op financiële compensatie, maar ook op zingevingsbehoeften zoals haar behoefte aan verbinding, eigenwaarde, morele rechtvaardigheid, contact en erbij horen. Als gevolg van deze integrale aanpak knapt zij zienderogen op (Het goede gesprek, Wmo Radar 2022).

Ondersteuningsbehoefte van (50-plus)wijkbewoners

Deelnemers aan het onderzoek is ook gevraagd naar de behoefte aan ondersteuning en hun verwachtingen van ondersteuning bij zingevingsvragen door sociaal werkers, waarbij er drie uitkomsten zijn:

Ondersteuning bij zingeving door sociaal werkers

Wijkbewoners zien zingeving als onderdeel van hun welbevinden en gezondheid. Zij geven aan hierbij ook behoefte te hebben aan ondersteuning door sociaal werkers. Volgens het beroepsprofiel van sociaal werkers hoort aandacht voor zingeving ook tot de specifieke competenties van de sociaal werker (BPSW, 2022). Uit het literatuuronderzoek blijkt echter dat sociaal werkers hier niet altijd aan tegemoet kunnen komen, doordat zij hierover veelal een gebrek aan kennis hebben en er sprake is van handelingsverlegenheid (Hölsgens, 2020; Abel e.a., 2017; Edwards e.a., 2010). Uit het literatuuronderzoek blijkt voorts dat sociaal werkers geen eenduidige manier van gespreksvoering hanteren en dat er geen eenduidige opvatting is over de vraag of de aandacht voor zingeving bij het werk van sociaal werkers hoort (Holman, 2023). We constateren dus een spanningsveld tussen enerzijds de behoefte aan zingevingsondersteuning bij bewoners en anderzijds een wisselend aanbod aan zingevingsondersteuning door sociaal werkers, met een ongewenste praktijkvariatie als gevolg.

Ondersteuningsbehoeften van sociaal werkers

Om tot een goede professionele ondersteuning bij zingeving van sociaal werkers door geestelijk verzorgers te komen, is het nodig om te weten wat hun ondersteuningsbehoeften zijn. Het onderzoek onderscheidt vier ondersteuningsbehoeften van sociaal werkers:

Dit overzicht laat zien dat er werk aan de winkel is voor de welzijnsorganisaties zelf, die randvoorwaarden kunnen scheppen voor de inbedding van de aandacht voor zingeving in de integrale benadering van complexe vraagstukken van cliënten. Hiervoor is een passende visie op zingevingsvraagstukken gewenst met meer professionele ruimte voor zingeving. Daarbij hoort ook ruimte voor bewustwording van de eigen zingeving, en zingevingsbehoeften en -vragen: ‘Een professionele antenne ontwikkelen voor zingeving veronderstelt aandacht voor de eigen zingeving.’ Ook hier kan de geestelijk verzorger een rol spelen, maar ruimte voor geestelijke verzorging vraagt, om te beginnen, inzet van bestuurders en beleidsmakers binnen (welzijns)organisaties.

Conclusies behoeftenonderzoek

We weten nu dat sociaal werkers niet altijd (kunnen) inspelen op de zingevingsbehoeften van wijkbewoners, terwijl ze hiertoe wel gemotiveerd zijn. We hebben ook gezien dat sociaal werkers ondersteund willen worden om adequate aandacht te geven aan zingevingsvragen. Tevens is bekend dat geestelijk verzorgers juist behoefte hebben aan deze doelgroepgerichte kennis over zingeving en behoeften van mensen in complexe thuissituaties, zoals mensen die in armoede leven, met complexe (psychiatrische) problemen, situaties van huiselijk geweld en laaggeletterdheid (Kennisagenda geestelijke verzorging thuis, 2022). Deze doelgroep lijkt voor geestelijk verzorgers nog moeilijk bereikbaar, terwijl dit precies de doelgroep is van sociaal werk.
Uit deze bevindingen volgt dat samenwerking met sociaal werkers voor de hand ligt. Implementatie van de uitkomsten van de kennissynthese in het reguliere onderwijs en in bij- en nascholingen voor sociaal werkers is eveneens aan de orde. Voor de geestelijk verzorger is kennis van de diversiteit aan zingevingsbehoeften in samenhang met opeenvolgende problematiek van belang om op een passende manier de zingevingspraktijken in het sociaal domein te professionaliseren. Uitgangspunt van deze professionalisering is persoonsgerichte zingevingszorg en -ondersteuning.

We weten nu wat er moet gebeuren, maar hoe pak je dit aan? Om meer zicht te krijgen op deze hoe-vraag zijn in het kader van de kennissynthese goede praktijken voor zingevingsondersteuning in het sociaal domein geïnventariseerd.

Inventarisatie en implementatie goede zingevingspraktijken

De in de kennissynthese geïnventariseerde goede praktijken op het gebied van zingevingsondersteuning in het sociaal domein kunnen geestelijk verzorgers ondersteunen bij het zoeken naar aansluiting bij sociaal werk, en helpen te komen tot een erkenning van wederzijdse expertise en goede taakafbakening. De goede praktijken zijn onderverdeeld in drie categorieën: scholingen, interventies en samenwerkingsverbanden.
*Zie ook het overzicht in bijlage 1.

Vijf aspecten van zingevingsondersteuning

Op basis van de kwalitatieve thematische analyse van de geselecteerde goede praktijken blijkt dat deze praktijken een bijdrage leveren aan vijf aspecten van zingevingsondersteuning. Bij elk aspect hebben we voor dit artikel handelingsperspectieven voor geestelijk verzorgers geformuleerd.

  • Stimuleren van een betekenisvol leven door emoties en gedrag niet te problematiseren maar te normaliseren.
    De goede praktijken voor zingevingsondersteuning door sociaal werkers zetten niet alleen in op het verminderen van symptomen en problemen, maar juist ook op stimuleren van betekenisvol leven. Dus niet alleen problematiseren, maar juist ook normaliseren (veelgehoorde uitspraken zijn: ‘Je bent niet de enige’ en ‘Iedereen in jouw situatie zou zo reageren’) en versterken van kracht. Deze benadering sluit aan bij de benadering van geestelijk verzorgers. Bovendien is er vaak sprake van inbedding van aandacht voor zingeving in een breder verband, zoals bij het 8-fasenmodel en bij Welzijn op recept vanuit het model voor positieve gezondheid. Er is dan sprake van een integrale benadering (zie ook de volgende paragraaf). Door meer bekendheid te geven aan geestelijke verzorging in aansluiting op de goede praktijken die betekenisvol leven stimuleren, kunnen meer cliënten gebruikmaken van de diensten van de geestelijk verzorger.
  • Integrale benadering.
    Er is vaak sprake van inbedding van aandacht voor zingeving in een breder verband, zoals bij het 8-fasenmodel en bij Welzijn op recept vanuit het model voor positieve gezondheid. Het is voor geestelijk verzorgers belangrijk aan te sluiten bij deze integrale benadering van kwaliteit van leven. Voor een goede taakafbakening tussen geestelijk verzorgers en sociaal werkers op het gebied van zingevingsondersteuning is het belangrijk te weten dat sociaal werkers zich vooral richten op alledaagse zingevingsondersteuning, ook in het verlengde van sociale onrechtvaardigheid. De onderzoeksresultaten uit de kennissynthese lijken erop te wijzen dat een groep sociaal werkers existentiële zingevingsvragen minder snel opmerkt of bespreekbaar maakt. Het is dus goed het gesprek met sociaal werkers aan te gaan over doorverwijzingen naar geestelijk verzorgers, in geval het in verdrukking komen van sociale rechtvaardigheid leidt tot existentiële zingevingsvragen.
  • Professionele antenne ontwikkelen voor zingeving veronderstelt aandacht voor de eigen zingeving.
    Uit de kennissynthese blijkt dat ruimte en aandacht voor persoonlijke zingeving van de sociaal werker, reflectie hierop en het bewustzijn hiervan een cruciale rol spelen bij het versterken van zingevingsgericht werken in het sociaal werk. Wie vertrouwd is met een diversiteit aan eigen zingevingsthema’s wordt gevoeliger voor de zingevingsvragen van de ander en ontwikkelt aldus een antenne. Bovendien blijkt uit onderzoek een positieve correlatie tussen de aandacht voor eigen zingeving van de sociaal werker en zijn of haar houding ten opzichte van het gebruik van zingevende interventies bij cliënten (Larsen & Rinkel, 2016; Oxhandler & Giardina, 2017). Tevens is het in het kader van professionele zelfzorg van belang om te zien hoe sociaal werk zelf ook zingevend kan zijn. Aandacht voor zingeving omvat niet alleen alledaagse zingeving, maar ook existentiële zingeving, inclusief de (h)erkenning van tragiek en onrecht. Geestelijk verzorgers kunnen sociaal werkers ondersteunen bij hun professionele zelfzorg, met aandacht voor zin in en van het werk zelf.
  • Creëren van de juiste randvoorwaarden.
    Het valt op dat een interventie beter tot zijn recht komt wanneer de organisatie van waaruit de sociaal werker werkt een bij het beroep passende visie op aandacht voor zingeving uitdraagt en aandacht voor zingevingsvragen stimuleert. Geestelijk verzorgers kunnen hun ondersteuning aanbieden om samen met sociaal werkers een dergelijke visie te ontwikkelen.
  • Interprofessionele samenwerking.
    Waar het ABC-model (voor aandacht, begeleiding, complexe situaties en crisis) interprofessionele samenwerking veronderstelt, zijn sociaal werkers vaak te weinig bekend met het vak geestelijke verzorging en met de geestelijk verzorger in hun regio om überhaupt tot goede samenwerking en doorverwijzing te komen. Voor goede implementatie en samenwerking is het nodig dat sociaal werkers (meer) bekend raken met de professie van de geestelijk verzorger. Kennis van het vak van geestelijk verzorger en bij voorkeur bekend zijn met de geestelijk verzorger in het eigen werkgebied helpt de sociaal werker bij een warme overdracht en om de doorverwijzing richting de geestelijk verzorger begrijpelijk en acceptabel te maken. Hiermee samenhangend valt op dat we geen scholingen hebben gevonden die expliciet gericht zijn op signalering van complexe zingevingsvragen en crisis (C) waarvoor doorverwijzing naar de geestelijk verzorger, aldus het ABC-model, geëigend is. Een heldere visie op aandacht voor zingeving helpt de sociaal werker bovendien om de grenzen van het eigen beroep aan te geven. Wanneer en op grond waarvan verwijst de sociaal werker door (of juist niet)? Wanneer de relatie tussen cliënt en sociaal werker goed is, kan de cliënt weerstand hebben tegen doorverwijzing naar weer een andere professional. In dat geval kan de sociaal werker de geestelijk verzorger consulteren.

Aan de slag met kennislacunes

Op basis van de vergelijking van de uitkomsten van het literatuur- en behoeftenonderzoek en de inventarisatie van goede praktijken zijn in deze kennissynthese twee kennislacunes geconstateerd: a) er is meer kennis nodig om adequaat te leren verwijzen naar geestelijk verzorgers en andere professionals, b) het sociaal werk kan de aandacht voor zingeving verbreden van alledaagse zingeving naar existentiële zingeving met een oriëntatie op het ‘hogere’.
Bij beide lacunes is een rol voor geestelijk verzorgers weggelegd.

Ten aanzien van de eerste kennislacune kunnen geestelijk verzorgers stappen zetten richting het sociaal domein. De noodzaak hiertoe wordt ook opgemerkt in de Kennisagenda geestelijke verzorging thuis waarin wordt gesteld dat geestelijk verzorgers (nog) niet goed zijn ingebed in interdisciplinaire doorverwijzingssystemen. Onderzoek van Damsma-Bakker en Zandbergen-ten Ham (2021) laat zien dat doorverwijzing naar ‘anonieme’ geestelijk verzorgers niet past bij de intimiteit van zingevingsvragen of problemen. Warme acquisitie (o.a. Koper e.a., 2019) en het ontwikkelen van dezelfde taal rond zingeving (Damsma-Baker & Zandbergen-ten Ham, 2021) zouden kunnen bijdragen aan betere samenwerking. Een belangrijke sleutel tot het afstemmen is de triage – dat wil zeggen het beoordelen van de urgentie van de hulpvraag, waarbij wordt gekeken naar wat de ernst is, wat prioriteit heeft en hoeveel tijd de ondersteuning rondom een vraag kost – binnen een Centrum voor Levensvragen (Kennisagenda GV-thuis, 2022). Met zo’n triage kunnen vraag en aanbod goed op elkaar worden afgestemd. De rol van geestelijk verzorgers ten aanzien van het oplossen van de tweede lacune, de verbreding van de ondersteuning naar existentiële zingevingsvragen, is evident; zij zijn immers expert op het gebied van existentiële zingeving.

(Voorbereiding voor) implementatie

Om verder aan de slag te gaan met aandacht voor zingeving in het sociaal domein is op basis van de uitkomsten van de kennissynthese een kaartenset ontwikkeld: Blik op zin.2 Deze kaartenset, in een blik, vraagt op een laagdrempelige manier aandacht voor zingeving binnen het sociaal domein en verwijst daarbij naar tal van goede praktijken. Het is een tool voor professionals om concreet aan de slag te gaan met zingeving en tegelijkertijd een bewegwijzering naar wat er allemaal al is.

De inhoud van het blik bestaat uit zes categorieën: a) professionele houding en vaardigheden, b) zingevende werkvormen, c) eigen zingeving, d) gespreksontlokkers, e) quotes en beelden, en f) inspiratiekaarten.

Geestelijk verzorgers kunnen Blik op zin meenemen in hun contacten met sociaal werkers. Zij kunnen de kaarten bijvoorbeeld gebruiken in trainingen aan sociaal werkers om stil te staan bij hun zingeving en professionele ontwikkeling hierin. De kaartenset kan ook goed gebruikt worden in het kader van teambuilding. Teamdynamiek en onderlinge verbinding kunnen worden versterkt door het spel in teamsetting te spelen. Het creëert zowel ruimte voor persoonlijke verhalen als begrip en gezamenlijke inspiratie.

Tot besluit

Waar liggen de kansen voor geestelijk verzorgers om bij te dragen aan de professionalisering van de zingevingspraktijken in het sociaal domein? Aansluiten op de zingevings- en ondersteuningsbehoeften van zowel bewoners als sociaal werkers kan dit door a) een perspectief op persoonsgerichte integrale zingevingszorg aan te bieden dat rekening houdt met opeenvolgende problematiek en daarmee gepaard gaande diversiteit aan zingevingsbehoeften en -vragen, b) ongewenste praktijkvariatie te verkleinen door de zingevingscompetenties van sociaal werkers te vergroten, c) de bekendheid van de Centra voor Levensvragen in wijken te vergroten en zo meer ondersteuning te kunnen bieden aan mensen met existentiële zingevingsproblemen, en d) de interprofessionele samenwerking te verbeteren door een goede triage bij de Centra voor Levensvragen.

Bij training en scholing kan dit door gebruik te maken van de goede praktijken en bijvoorbeeld de nieuwe kaartenset Blik op zin, en door extra aandacht te besteden aan en/of een bijdrage leveren aan a) het omgaan met zingevingsvragen die achter onrecht schuilgaan, b) de verwevenheid van het zingevingsdomein met andere levensdomeinen en ook wat die domeinen van elkaar onderscheidt, c) een betekenisvol leven, d) een groepsaanbod gericht op zingevingsvragen, en e) interprofessionele samenwerking op wijkniveau door betere doorverwijzing van sociaal werkers naar geestelijk verzorgers en omgekeerd. Sociaal werkers die sinds jaar en dag in de wijk aanwezig zijn kunnen daarbij de relatief nieuwe geestelijk verzorgers uitnodigen aan te sluiten en deel te nemen in bestaande wijknetwerken. En geestelijk verzorgers kunnen vice versa sociaal werkers uitnodigen voor een bijeenkomst met een Centrum voor Levensvragen.

*Noten
1. De projectgroep bestond uit Veronique Vaarten, Marjoleine Vosselman, Gea Kosters, Ghislaine Mulder en Rinkse Boomstra.
2. De kaartenset Blik op Zin is te bestellen via de website van BPWS. Neem voor meer informatie contact op met Gea Kosters, e-mail: gkosters@bpsw.nl

Bijlage 1
Interventies, samenwerkingsverbanden en scholingen zingevingsondersteuning in het sociaal domein:

Interventies:

Samenwerkingsverbanden:

Scholingen:

    Bijlage 2

    Delen:

    Blijf op de hoogte

    • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

    Actuele nieuwsberichten

    Sociaal werkers signaleren en ondersteunen cliënten en bewoners met zingevingsvragen, al is er geregeld sprake van handelingsverlegenheid. Geestelijk verzorgers kunnen de professionalisering van sociaal werkers in dit opzicht versterken door met hen samen te werken. Op grond van de uitkomsten van de kennissynthese Zonder zin geen welzijn schetst Rinske Boomstra, beleidsadviseur bij Agora, hoe dit gerealiseerd kan worden.
    Het Netwerk Naasten en Nabestaanden N3, een samenwerkingsverband van 13 organisaties (waaronder Agora) roept om altijd oog voor naasten en nabestaanden te hebben. In de (palliatieve) zorg én in het sociaal domein. In een Position paper en een infographic geven ze aanbevelingen aan beleidsmakers en handvaten voor zorg- en hulpverleners over hoe deze aandacht vorm te geven.
    Ondersteuning begint met aandacht geven, luisteren zonder oordeel. Dit kan iedereen in de omgeving van mensen in de palliatieve fase bieden. Tijdens de webinar ‘Durf te vragen! – Psychosociale ondersteuning in de palliatieve fase’ werden tips gegeven over hoe je psychosociale vragen herkent en hoe je daarover in gesprek kunt gaan.