Leerwerkplaats: ‘Samen leven tot het laatst’ – een zorgzame beweging in Gooise Meren
11 oktober 2025
‘We dromen van een gemeente waar zorg en welzijn echt hand in hand gaan. Waar we elkaar kennen, makkelijk weten te vinden en samen klaarstaan voor mensen in de laatste fase van hun leven’, aldus voormalig huisarts Bart Schweitzer uit Muiden. Hij is initiatiefnemer van de beweging ‘Samen leven tot het laatst’ in de gemeente Gooise Meren. Deze beweging is opgezet naar het voorbeeld van Compassionate Communities; zogenaamde zorgzame gemeenschappen en buurtinitiatieven in het licht van ernstige ziekte, dood en verlies. Bij deze beweging in Gooise Meren zijn onder meer aangesloten: een huisarts, een hospice, welzijnsorganisaties, VVT-organisaties- intramuraal en thuiszorg, geestelijke verzorgers, en vele vrijwilligers. Met als bevlogen aanjager: Bart Schweitzer.
Zes leerwerkplaatsen die werken volgens de methode van de proeftuinen Léven tot het Einde! van Agora en Movisie, krijgen ondersteuning van de stimuleringsregeling van het NPPZ II. Agora adviseert en ondersteunt deze leerwerkplaatsen, daar waar gewenst. In een serie interviews laten we initiatiefnemers en betrokkenen van deze zes lokale projecten aan het woord.
Hoe ontstaat zo’n beweging eigenlijk?
‘Het begon met een avond in de Grote Kerk in Muiden, waar mensen konden komen om vragen te stellen rond het levenseinde. Er kwamen ruim negentig mensen. Er leefde zoveel, daar wilde ik wat mee doen.
Hoe kunnen we meer doen voor mensen in de laatste 1000 dagen?
Ik nodigde professionals uit, zoals een huisarts, een hospice, de gemeente en bestaande burgerinitiatieven, en vroeg hen om mee te praten over hoe we meer kunnen doen voor mensen in de laatste 1000 dagen. Er kwam een tweede bijeenkomst, georganiseerd samen met het Netwerk Palliatieve Zorg Gooi en Vechtstreek en met medewerking van Agora. Dit vond plaats in de bibliotheek van Bussum, een andere kern van de gemeente Gooise Meren. Ook daar bleek het besef te worden gedeeld dat we samen verantwoordelijk zijn voor het levenseinde van mensen. Uiteindelijk is er met ongeveer veertig mensen een beweging van onderop ontstaan.’

Wie zijn jullie nu en wat typeert jullie?
‘De beweging ‘Samen leven tot het laatst’ in Gooise Meren is een beweging van onderop, van professionals uit zorg, sociaal domein, gemeente en vrijwilligers. Er zijn nu, een jaar na de start, zestig mensen betrokken in de verschillende kernen: Bussum, Muiden, Muiderberg en Naarden. Wat ons typeert is dat we groepen hebben gevormd die werken aan heel concrete verbeteringen in de zorg voor mensen in de laatste levensfase. Daarvoor werken we met actieplannen.
We hebben groepen gevormd die met actieplannen werken aan heel concrete verbeteringen in de zorg.
Zo is op het thema rouw een rouwgroep, die nu in Muiden een lichtjesroute organiseert. Zo komt er meer aandacht voor rouw tijdens ziekteprocessen en na overlijden. Dit jaar zijn er voor het eerst drie lichtjesroutes in onze gemeente; in Muiderberg, Muiden en Bussum.
Ook hebben we een theatergroep, die een theatervoorstelling gaat organiseren om ‘Samen leven tot het laatst’ zichtbaar en bespreekbaar te maken.
Verder worden er Tafels van de Toekomst georganiseerd, waar mensen uit wijken spreken over de laatste levensfase: Wat hebben wij nodig om goed oud te zijn en te worden in de gemeente? Dat gaat bijvoorbeeld over wonen, maar ook over ondersteuning en zorg. Zo zijn er al twee tafels georganiseerd, waarna deelnemers nu in een terugkombijeenkomst dieper op de thema’s ingaan en actieplannen maken. Mensen kunnen dus meedoen aan concrete activiteiten waar zij hun energie in willen steken.’

Gooise Meren is één van de zes kansrijke projecten die ondersteund worden vanuit de NPPZ II stimuleringsimpuls. Met deze steun kan de beweging concrete verbetering realiseren in de samenwerking tussen zorg, sociaal domein en informele zorg en ondersteuning rond de laatste levensfase van inwoners.
Jullie initiatief wordt gesteund vanuit de NPPZ II stimuleringsimpuls. Wat betekent dat voor jullie?
‘Het voelt als een enorme steun in de rug. Het opbouwen van een beweging kost tijd. We zijn begonnen als Compassionate Community. Dankzij deze subsidie kunnen we nog meer concrete samenwerking tussen zorg, sociaal domein en informele zorg en ondersteuning realiseren. Het is heel intensief om zo’n beweging op te zetten en te ontwikkelen. De ondersteuning vanuit het Netwerk Palliatieve Zorg Gooische Meren is heel belangrijk voor ons, maar we hebben extra capaciteit nodig. Zonder professionele ondersteuning is het moeilijk zo’n beweging op gang te krijgen en te houden. Zeker als we de samenwerking met de gemeente nog verder willen verstevigen en samenwerking met sociaal- en zorgprofessionals willen uitbreiden en goed aangehaakt willen krijgen.’
Wat willen jullie bereiken; waar droom je van?
‘Ik ben heel tevreden als de activiteiten die we nu doen goed lopen, en er nog meer bij is gekomen. Het gaat mij erom dat het begrip ‘Samen leven tot het laatst’ bekend is geworden en dat mensen weten dat ze bij ons terecht kunnen voor informatie of met hun zorgen rond de laatste 1000 dagen. Wat voor mij heel belangrijk is: dat de gemeente er volmondig achter staat. De relaties met wijkadviseurs en een beleidsadviseur zijn afgelopen tijd tot stand gekomen, maar de samenwerking kan nog versterkt worden. Bijvoorbeeld door nog meer de link te leggen met de welzijnsorganisatie of andere partners in het sociaal domein.’
We willen dat iedereen – van wijkteam tot vrijwilliger – weet wat palliatieve zorg is en wat je kunt doen als iemand achteruit gaat.
‘We dromen van een gemeente waar zorg en welzijn echt hand in hand gaan. Waar we elkaar kennen, makkelijk weten te vinden en samen klaarstaan voor mensen in de laatste fase van hun leven. We willen dat iedereen – van wijkteam tot vrijwilliger – weet wat palliatieve zorg is en wat je kunt doen als je merkt dat iemand achteruit gaat. Door beter samen te werken en overzicht te houden wie wat doet, kunnen we sneller schakelen en zorgen dat niemand tussen wal en schip valt. Kortom: samen maken we de zorg en ondersteuning een stukje warmer en menselijker.’

Wat maakt samenwerken op dit thema uitdagend en wat maakt dit kansrijk?
‘Het uitdagende is dat we op verschillende niveaus de juiste soort activiteiten moeten organiseren. Inwoners uit Bussum voelen zich niet aangesproken door een bijeenkomst in bijvoorbeeld Naarden. Je moet dus sommige activiteiten op gemeenteniveau organiseren, andere op kernen-niveau en weer andere op wijkniveau. Voor een koffieochtend gaan mensen immers de wijk liever niet uit. Ook wil je in de kernen steeds bepaalde professionals uit zorg en sociaal domein verbinden met elkaar en met inwoners. Niet in elke kern zijn al huisartsen aangesloten bijvoorbeeld. En als professionals aansluiten, merk je dat ze soms een andere agenda hebben dan vrijwilligers en inwoners. Dus er is nog werk te verzetten.
Maar de samenwerking is volgens mij kansrijk, omdat er veel energie zit in de activiteiten die we nu al realiseren en nog willen realiseren. Zo willen we ‘Laatste hulp-cursussen’ gaan aanbieden. En we hebben laatst voor het eerst een ervaringsdeskundige als spreker op een bijeenkomst gehad. Dat was zeer indrukwekkend en waardevol en daarom hebben we haar gevraagd als lid van de kerngroep.’
De samenwerking is kansrijk omdat er veel energie zit in de activiteiten die we al realiseren en nog willen realiseren.
‘Ook zie ik dat bij de gemeente het besef toeneemt dat we met zijn allen meer moeten doen aan de laatste levensfase. De drie wijkadviseurs waar we mee samenwerken en de beleidsadviseur vormen nu een waardevolle schakel tussen ons en de gemeentelijke organisatie. Verder vind ik kansrijk dat de lokale krant aandacht geeft aan onze activiteiten. Dat geeft volgens mij de toenemende interesse aan. De beweging ‘Samen leven tot laatst’ groeit, en juist nu kunnen we dankzij de steun van NPPZ II doorpakken. Het is een proces van lange adem, maar het is de moeite waard.’

Zie het eerdere nieuwsbericht van 15 september 2025 over de zes leerwerkplaatsen.
Meer informatie over leerwerkplaatsen ‘Léven tot het eind’ vind je hier.
Delen:
